Bouwen in Nepal

Alle projecten worden door lokale mensen of dorpsbewoners uitgevoerd.
In de bergen wordt voornamelijk met natuurlijke materialen gebouwd, zoals
rotsblokken, hout en zand. Hout komt uit de nabijgelegen bossen en zand voor cement komt uit de rivier. Wat ontbreekt komt van de ‘bewoonde’ wereld.

In deze hoge, afgelegen dorpjes helpen vaders, moeders en kinderen mee met de bouw en het sjouwwerk van soms duizenden stenen. De stenen moeten zelfs eerst uit de rotsen worden gehakt. Ze doen dit geheel vrijwillig. Het hoofd van het dorp, het dorpscomité en een door de stichting aangestelde bouwmanager zorgen ervoor dat alles goed verloopt. Zo houdt het dorpshoofd in een schriftje bij welke families meehelpen. In deze gemeenschappen is de samenhorigheid groot. Soms staan boeren hun land vrijwillig af in het algemeen belang. En iedereen werkt mee aan de bouw van hún school.

Rituele steenlegging

In de laagvlakte waar geen rotsen zijn en het hout duur is, maakt men meer gebruik van bakstenen of cementblokken. Spanten zijn hier meestal van staal.
Maar voordat men met bouwen mag beginnen, vindt eerst overal een rituele steenlegging plaats. In een gat waar de fundering komt, worden met rituelen en zegeningen vijf stenen gelegd, daarna gezegende rijst, bloemen en wierook.
Na afloop van de bouw worden alle uitgaven voorgelezen en deze worden aan de buitenkant van of in de school opgehangen, zodat iedereen weet wat er is uitgegeven aan het gebouw. Alles wordt nauwkeurig en in detail genoteerd.

Meerwaarde voor het leven
De bouw van een school heeft een meerwaarde voor het leven op het platteland. Behalve dat het aantal schoolgaande kinderen toeneemt (soms met wel
100%!), is onderwijs een middel tegen het ontvolkt raken van het platteland. Daarnaast biedt onderwijs bescherming tegen de buitenwereld: het maakt mensen bewust van wat er speelt. Vroeger werd men bedonderd, maar nu weet men bijvoorbeeld beter wat de reële prijzen zijn voor het ‘goud’ uit de bergen, zoals gember, die van zeer goed kwaliteit is. Daarnaast wordt het minder toegestaan kinderen weg te halen om als goedkope arbeidskrachten te werken.

Van de ruim dertig scholen zijn een aantal scholen en gebouwen ontworpen en gebouwd door HTS en TU-studenten uit Delft. De Nepalezen leren van Nederland en Nederlanders leren van Nepal.

Eerste steenlegging.
Eerste steenlegging.
Kinderen wachten op een nieuwe school.
Kinderen wachten op een nieuwe school.
Voor deze school in Bhandari werden duizenden stenen uit de rotsen gehakt naar het dorp gebracht en daar op maat gehakt.
Voor deze school in Bhandari werden duizenden stenen uit de rotsen gehakt naar het dorp gebracht en daar op maat gehakt.
Het begin van de school in Satakun is er.
Het begin van de school in Satakun is er.
Iedereen helpt mee met de bouw van de school in het bergdorp Satakun.
Iedereen helpt mee met de bouw van de school in het bergdorp Satakun.
Jongens zagen boomstammen voor het maken van schoolbanken.
Jongens zagen boomstammen voor het maken van schoolbanken.

Kalika School

Albert Vogels, Mark Franken, Merel Rinkel en Reinier Ringers TU-Delft

Deze keer geen stage, maar een project
In het kader van het masterproject aan de TU – Delft hebben wij, Albert Vogels, Mark Franken, Merel Rinkel en Reinier Ringers, gedurende drie maanden namens Stichting Tamsarya een project uitgevoerd in Nepal.

We hebben niet alleen een school gebouwd, maar ook onderzoek gedaan naar bouwmethodieken in Nepal. Het resultaat van ons project is dus niet alleen een school, maar ook een handleiding voor bouwprojecten in Nepal (of een ander ontwikkelingsland) waarin beschreven staat hoe met primitieve bouwmethoden een bouwproject gerealiseerd kan worden.

Deze handleiding zal door toekomstige groepen gebruikt kunnen worden bij de voorbereiding op de uitvoering van een project in Nepal. Dit geeft de groep ook meer inzicht in de kosten die daaraan verbonden zijn. Kortom, een maximaal resultaat met beperkte financiële middelen.

Maar waar het ons persoonlijk voornamelijk om te doen was, waren de ervaringen die we zelf tijdens de bouw van ‘onze’ school hebben opgedaan. We hebben een fantastische tijd achter de rug, waarin we diverse technieken die we geleerd hebben tijdens onze studie eindelijk eens in de praktijk konden brengen.

Het was erg bijzonder om als student zowel de rol van architect, constructeur, als ook die van uitvoerder en opzichter te bekleden. We hebben de school ontworpen en doorgerekend, overlegd met veel verschillende comités en dagelijks een groep van gemiddeld dertig medewerkers gemotiveerd. Erg veel taken en verantwoordelijkheden voor vier studenten, maar zeker een leuke en uitdagende onderneming.

Ontroerend was ook het afscheid. Nimmer tijdens het project hebben we ons gerealiseerd hoeveel wij precies voor deze mensen hebben betekend. Naast het feit dat we voor hun kinderen en kleinkinderen een school gebouwd hebben, waren wij gedurende tien weken ook entertainment en een uitlaatklep voor heel het dorp. Het afscheid van onze werknemers, het gastgezin en de leraren en kinderen van zowel de Kalika School als de Kumari School was dan ook erg emotioneel. Volwassen mannen kwamen ons met tranen in de ogen bedanken voor wat we voor ze hadden gedaan, terwijl ze zich bleven verontschuldigen voor eventuele fouten ondanks dat hier geen sprake van was.

Kort gezegd: Bouwen in Nepal is een erg bijzondere ervaring, die we iedereen die de mogelijkheid krijgt erg willen aanraden. Wij zullen persoonlijk nog vaak terugkijken op deze geweldige periode die we met zijn vieren hebben mee mogen maken. Dank aan iedereen die dit mogelijk heeft gemaakt!

Bouwen aan de ambachtsschool

Jesse, Timo, Sanne en Frank

“Wij, een afgestudeerd ingenieur Bouwtechniek en drie studenten Civiele Techniek, kregen van Stichting Tamsarya de mogelijkheid om in het kader van een stage een ambachtsschool te ontwerpen en te bouwen. Voor ons de kans om theorie in praktijk te brengen. Het was best spannend om naar een land te gaan waar de leef- en werkomstandigheden over het algemeen niet zo goed geregeld zijn als in Nederland. Gelukkig gingen we niet onvoorbereid op pad. Zonder de situatie in Nepal ook maar een beetje te verbloemen, bereidde Trees ons voor op onze reis. Voor zover mogelijk, want ‘je moet het toch zelf beleven om te weten waar het om gaat’.

Op 28 november 2009 vertrokken wij met een aantal ontwerpvarianten naar Nepal. Vanaf het moment dat we landden in Kathmandu, tekenden de enorme verschillen met het westerse leven zich af. Eén van de meest schrijnende beelden was toch wel het kleine kindje dat op een drukke kruising alle auto’s afliep om te bedelen. Het sneed recht in mijn ziel.

Na een week van acclimatiseren was het tijd om af te reizen naar Hasoura-Chilana. Tijdens de lange rit in de auto van de stichting, zagen we het prachtige berglandschap langzaam veranderen in een laagvlakte. Tussen alle kleine, primitieve dorpjes kwamen we een paar keer door grotere plaatsen. Hier zagen we dat ook ver van de hoofdstad eigenlijk wel alles te krijgen is. De borden van Coca Cola zagen we in elk plaatsje langs de weg.
In Kawasoti moesten we de weg af voor het laatste stuk naar de school. Een paar kilometer lang verwachtten we dat bij elke bocht de school zou opdoemen. Toen we dan eindelijk het terrein opreden werd direct de omvang van de Kumari Trust duidelijk. Hier is een volledig complex van school, weeshuis, ziekenhuis, bakkerij en zelfs boerderij gevestigd! Hier, in het zenuwcentrum van stichting Tamsarya en haar donateurs, werden we ontvangen met een hartverwarmende ceremonie.

Het bouwproject bleek uiteindelijk wat groter te worden dan verwacht. Na overleg met de bouwcommissie van de Kumari Trust is besloten om acht lokalen te bouwen, verdeeld over twee verdiepingen. Er komen twee grotere leslokalen, instructieruimtes voor het vak van elektricien en loodgieter, voor computer- en telefoonreparatie, een kantoor en een ruimte voor de drukpers met opslag. Daarnaast is er een apart toiletgebouw. Het ontwerp is zodanig aangepast dat een uitbreiding in de toekomst altijd mogelijk is.

Het was voor ons en voor de lokale bevolking een enorme uitdaging. De bouwplaats ligt vlak bij de hoofdweg door Kawasoti. Iedere dag fietsten wij naar onze werkplek door dorpjes, door de droge rivierbedding en de bossen. Een schitterende omgeving, waarbij je op de weg op moest passen voor kuddes geiten en buffels.

Nadat de fundering door ons was uitgezet, is de hulp ingeroepen van plaatselijke bevolking om deze uit te graven. Zeker tijdens de bandha’s (stakingen) waren deze mensen heel blij om geld bij te verdienen. Daarna is een aannemer voor een vaste prijs aan de slag gegaan met ons gebouw. We merkten al snel dat de werkers echt naar ons keken als hun baas. Wij waren dan ook de ‘engineers from Holland’. Om de sfeer goed te houden hielpen we zelf ook af en toe een handje mee. Lekker een uurtje graven, maar jeetje wat vermoeiend! Zij doen het acht uur per dag, elke dag, tot de blaren hun op de vingers zitten.

Toen de aannemer was aangesteld, kwamen onze vermoedens een beetje uit. Hij was vaak te laat en kwam zijn afspraken maar moeilijk na. Hij beloofde veel, maar er kwam weinig van terecht op korte termijn. Was dat de Nepalese cultuur of lag het toch wel aan hem? Wij denken het laatste. Maar goed, we zijn er toch uitgekomen en de bouw was begonnen! Vanaf nu hoefden wij echt niet meer mee te graven, zo zei Ajay, onze tolk, hulp en vriend. De aannemer is er voor betaald, dus laat hem het maar doen. Toch hadden wij af en toe moeite om niet zelf de schep weer te pakken of een berg stenen te verslepen als de werknemers te laat kwamen of helemaal niet kwamen opdagen.

Op de bouwplaats ging het er natuurlijk wel wat anders aan toe dan in Nederland. In Nepal gaat alles nog met de hand. Hijskranen zijn er niet. Meestal werd het beton met de hand gemengd, maar gelukkig hebben we voor het grote werk een betonmixer kunnen huren, wat ook de kwaliteit wel ten goede kwam. De enorme hoeveelheden wapeningsstaal werden vaak met riksja’s gebracht en met de hand gevlochten.

Ten slotte was het ook een uitdaging om voldoende water op de bouwplaats te krijgen, want met elf uur per dag geen stroom, kun je geen water omhoog pompen. En zonder water is het niet mogelijk om beton te maken. Voldoende watertanks op verhogingen zorgden voor een buffer, zodat we door konden blijven werken. Dit is een van de vele aspecten waar je in Nepal anders over moet nadenken dan in Nederland.

Het contact met alle mensen op de bouwplaats was leuk en langzaam leerden we ook steeds meer Nepalese woorden. Overal waar we kwamen, konden we genieten van de enorme gastvrijheid en leerden we de cultuur en de lokale gebruiken kennen. Iedere dag aten wij bij de bouwplaats in het kleine huisje van onze gastvrouw. Altijd vrolijk bereidde zij onze dahl-baat en thee. Terwijl de kippen onder je tafel zaten, keek je naar een buffel die aan het herkauwen was.

Helaas hebben wij het project niet kunnen voltooien. Op het verzoek om langer te blijven konden wij helaas niet ingaan. Maar wij hebben er vertrouwen in dat er over een tijdje een mooi gebouw staat. Het drong tot ons door dat we niet alleen een school bouwden, maar ook bouwden aan een toekomst voor de kinderen. Alle jongens (en sommige meisjes) van de Kumari-school willen wel ingenieur worden op deze nieuwe school! Dat verwarmde onze harten. Het was voor ons een buitengewoon leerzame ervaring. Niet alleen voor wat ons vakgebied betreft, we hebben nu ook een heel andere kijk op onze luxe in Nederland. Om eerlijk te zijn hebben we soms heimwee naar de levensstijl, de rust, het mooie weer en de vriendelijke mensen in Nepal.

Graag willen wij de stichting Tamsarya en al haar donateurs bedanken voor het mogelijk maken van alle projecten die zo nodig zijn, waaronder de ambachtsschool waaraan ook wij ons steentje bij konden dragen.”